donderdag 20 september 2012

Recente publicaties

Pas verschenen:

Nelleke Moser, 'Collecting Quotes, Connecting People. Towards a Diachronic Approach to Appropriating and Sharing Literature'. In: Claire Clivaz, Jérôme Meizoz, François Vallotton, Joseph Verheyden (ed.), Lire Demain. Des manuscrits antiques à l'ère digitale. Reading Tomorrow. From Ancient Manuscripts to the Digital Era. Presses polytechniques et universitaires romandes. Version e-book. pp. 607-632.

Deze publicatie is het resultaat van een bijdrage aan het gelijknamige congres in Lausanne in augustus 2011. Het artikel doet een voorstel voor een bestudering van tekstcollecties door de eeuwen heen om de impact van technologische ontwikkelingen (handschrift-druk, druk-digitaal) op het leesgedrag te onderzoeken. Bij dat onderzoek zouden twee aspecten de aandacht moeten krijgen: de manier waarop lezers zich teksten toeëigenen (zowel fysiek als wat de betekenis betreft) en de manier waarop zij de teksten met anderen delen (de collectie als instrument voor self-fashioning en als sociaal bindmiddel binnen een gemeenschap van lezers).


Nelleke Moser, '"Toutes les oeuvres qu'il ait jamais composées". De l'ouvrage à l'oeuvre dans la littérature d'expression néerlandaise entre 1500 et 1650'. In: Réforme, humanisme, renaissance 74 (2012), pp. 185-202.

Deze publicatie is het resultaat van een ronde-tafelgesprek over series en verzamelde werken in de renaissance, dat plaats vond in Lyon op 30 januari 2011 (zie een eerdere post). Het artikel biedt een overzicht van de manieren waarop de term 'werken' in de Nederlandse renaissance werd gebruikt om het oeuvre van een dichter aan te duiden. Als de term wordt geïntroduceerd (in 1562) gaat hij nog gepaard met een nadere aanduiding van de aard van de teksten, zoals in de 'rethoricale' werken van Anthonis de Roovere (1562) en de 'poëtixe' werken van Jan vander Noot (1570/1571). In een volgend stadium verdwijnt deze aanduiding, zoals het geval is bij Coornherts Wercken (1612 en 1630). Tenslotte wordt de suggestie van compleetheid gewekt in de toevoeging 'alle', zoals bij de uitgave van Bredero's werk in 1638 het geval is, maar ook bij een onbekendere auteur als Jan van der Veen, van wie in 1637 de volgende bundel verschijnt: Jan van der Veens Over-zeesche Zege, en Bruylofts-zangen. Als mede Alle de Wercken by hem oyt ghemaackt [...].


Geen opmerkingen: